12 jun Beurzen koelen af
Beleggers reageren wereldwijd op kritische kritische opmerkingen van analisten over de techsector, ook in de VS en Azië. In Frankfurt verloor Dialog Semiconductor 8,2 procent en in Parijs raakte STMicroelectronics 10,3 procent aan waarde kwijt. De plotse afkpoeling van tech-aandelen suggereert dat beleggers het even gehad hebben met deze sector, maar sommige analisten zien het anders en zeggen dat het eerder aan de structuur van de financiële markten ligt. Tim Quast, oprichter en CEO van Modern Networks, een analist van marktstructuren meent dat de voornamste redeen van de uitverkoop van tech-aandelen ligt in de combinatie van passief beleggen en markregels die de koersen kunstmatig kunnen doen oplopen of leeg laten lopen. Passieve beleggers kopen bij als de koersen stijgen, terwijl waardebeleggers verkopen zodra de koersen al te ver boven de intrinsieke waarde van de tech-aandelen uitkomen. Dat is precies wat er in de tech-sector is gebeurd.
Inmiddels groeit de economie van de eurozone voorspoedig verder en is de groei over het eerste kwartaal van dit jaar — ten opzichte van het laatste kwartaal van 2016 — opwaarts bijgesteld van 0,5% tot 0,6%. Sinds het tweede kwartaal van 2016 vertoont de economie van de eurozone een mooi opgaand groeipad. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft mede daarom op donderdag de formulering van haar rentevooruitzichten enigszins aangepast. Waar tot dusverre werd aangegeven dat de rente op het huidige niveau zou gelaten blijven of zou verder worden verlaagd, is dat laatste nu weggelaten. Verder werd aangegeven dat het opkoopprogramma van obligaties onverkort — tot eind dit jaar — zal worden uitgevoerd. De financiële markten hadden de afgelopen week duidelijk een “wait and see” houding. De 10-jaarsrente ging in Europa nog iets verder lager en de meeste aandelenmarkten sloten donderdag iets lager. De getuigenis van voormalig FBI-directeur James Comey, dat president Trump had gesuggereerd om het onderzoek naar de Rusland-connecties te staken, veranderde daar niet veel aan. Op de langere termijn zouden daar wel problemen voor de Amerikaanse president uit kunnen voortkomen. Op langere termijn, dus.
Het ruimere mandaat dat Theresa May met de Britse Lagerhuis verkiezingen beoogde, heeft ze niet gekregen. Het pond verloor terrein. De Britse economie zal langer te lijden hebben onder onzekerheid en zal achterblijven bij de continentale economie. De Britse Conservatieve Partij heeft donderdag met een verlies van 18 zetels de absolute meerderheid in het Lagerhuis verloren. Het ruimere mandaat dat premier May voor ogen had om sterker de onderhandelingen over de Brexit in te gaan, heeft ze niet gekregen. De onzekerheden zijn – zowel op de korte als de lange termijn – toegenomen. Op de korte termijn zal het uitermate moeilijk zijn om een meerderheidsregering te vormen, zowel langs rechts als langs links. Op de langere termijn is het risico toegenomen dat de onderhandelingen over de Brexit langer voortslepen en zelfs dat er helemaal geen overeenkomst met de Europese Unie komt.
Macro-indicatoren zullen nu weer de aandacht opeisen op de financiële markten. In de eerste plaats zal het beleidsbepalende comité van de Federal Reserve weer in de belangstelling staan. Men verwacht een renteverhoging met 0,25%, ondanks de relatief zwakke arbeidsmarktcijfers van vorige week. De werkgelegenheid is in mei met “slechts” 138.000 banen toegenomen en de eerder gepubliceerde aantallen voor maart en april werden gezamenlijk met 66.000 banen neerwaarts bijgesteld. Verder verschijnen er de komende week opvallend veel “harde” indicatoren uit verschillende landen. Dat zijn gegevens over onder meer productie, bestedingen en de arbeidsmarkt. Nieuwe gegevens over het verloop van de industriële productie over april worden gepresenteerd in de Europese Unie, Italië, de Verenigde Staten en China. Uit het laatstgenoemde land komen ook nieuwe cijfers over de investeringen en de detailhandelsverkopen. Ook in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland verschijnen er gegevens over de detailhandelsverkopen in april.
Verder verschijnen er nieuwe arbeidsmarktgegevens uit de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Nederland en gegevens over het aantal in mei in aanbouw genomen woningen in de Verenigde Staten. Er staan de komende week weinig “zachte” ofwel vertrouwensindicatoren op de kalender. De belangrijkste zijn het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten en de Philadelphia Fed-index, die iets zegt over de verwachte activiteit in de regio rond Philadelphia in juni. Tot slot zullen in Duitsland en de eurozone gegevens worden gepubliceerd over het sentiment onder beleggers in juni (de ZEW-index). De meeste aandacht zal uitgaan naar de uitslag van de eerste ronde van de Franse parlementsverkiezingen. Nu de polls bewaarheid werden en de partij van Emmanuel Macron (La Republique En Marche) de absolute meerderheid krijgt, biedt dat rëele kansen dat Macron zijn hervormingsbeleid daadwerkelijk zal kunnen uitvoeren. Maar pas in de tweede ronde, op 18 juni, zal dat helemaal duidelijk worden. (Bronnen: Reuters, ABN Amro).