De vijf belangrijkste beursfactoren

De vijf belangrijkste beursfactoren

De eer­ste helft van 2019 liep zeer goed voor de beleg­gers. De Dow Jones index steeg 17% tot mid­den juli, daar­na volg­de een cor­rec­tie. De Duit­se Dax index steeg met onge­veer 20% tot mid­den juli, daar­na ging het weer berg­af. Over­al namen de koers­schom­me­lin­gen in hevig­heid toe van­af mid­den juli. Wat staat er voor de rest van 2019 in de ster­ren geschre­ven? Wat zijn de plus- en de pijn­pun­ten die beleg­gers doen kopen of ver­ko­pen in de vol­gen­de maan­den? Vijf fac­to­ren spe­len een hoofdrol.

Fac­tor 1: Ver­tra­ging van de eco­no­mi­sche groei

Het is niet sim­pel om het ein­de van een busi­ness cyclus exact te voor­spel­len. Reeds vele eco­no­men heb­ben er reeds hun tan­den op stuk gebe­ten. De hui­di­ge eco­no­mi­sche groei­ver­tra­ging kun­nen we niet meer ont­ken­nen, die blijkt dui­de­lijk uit de recent­ste cij­fers over gans de wereld. De groei van bedrijfs­win­sten neemt over­al af. De onge­rust­heid onder beleg­gers over een moge­lij­ke nade­ren­de reces­sie neemt weer toe. Doem­den­kers laten weer van zich horen. Som­mi­ge ana­lis­ten menen ech­ter dat het erg­ste bin­nen enke­le maan­den reeds ach­ter rug zal zijn. De vol­gen­de vier fac­to­ren spe­len daar­bij een gro­te rol.

Fac­tor 2: Ren­testi­mu­li van de cen­tra­le banken

Uit vrees voor een reces­sie heb­ben de cen­tra­le ban­kiers wereld­wijd hun beleid gewij­zigd van ver­krap­pend naar ver­rui­mend. In de Ver­e­nig­de Sta­ten heeft de Fede­ral Reser­ve, na de ren­te­ver­ho­gin­gen in de afge­lo­pen jaren, nog veel ruim­te om de ren­te weer te verlagen.
Cen­tra­le ban­ken in Euro­pa, Japan, Chi­na en het Ver­e­nigd Konink­rijk heb­ben een gro­ter pro­bleem. Zij moe­ten bij reeds zéér lage ren­te­ni­veaus toch weer een nieuw sti­mu­le­rings­be­leid lan­ce­ren. Opko­pen van obli­ga­ties is de meest voor de hand lig­gen­de tech­niek. Of het ver­ko­pen van over­heids­ge­bou­wen, zoals de Ita­li­aan­se rege­ring nu over­weegt te doen.

Wel­ke gevol­gen kun­nen der­ge­lij­ke ren­testi­mu­li heb­ben? De Ame­ri­kaan­se FED heeft veel meer speel­ruim­te dan de ande­re cen­tra­le ban­kiers. De Ame­ri­kaan­se dol­lar kan dus onder druk komen door de toe­kom­sti­ge ren­te­ver­la­gin­gen door de FED. Ren­te onder­steunt immers een munt.

Valuta’s van opko­men­de lan­den en de Japan­se yen daar­en­te­gen, kun­nen daar­bij een inhaal­be­we­ging maken. Bedrijfs­obli­ga­ties kun­nen ver­der in koers stij­gen als gevolg van nieu­we ren­te­da­lin­gen. High yield obli­ga­ties zul­len van de ren­testi­mu­li mee profiteren.

Last but not least, de aan­de­len­mark­ten wor­den reeds sedert 2009 onder­steund door de ren­te­maat­re­ge­len en zolang de eco­no­mie niet zeer fors her­neemt, zal dit wel­licht nog een hele tijd blij­ven duren.

Fac­tor 3: Lage tot nega­tie­ve rentes

Met de nieu­we ren­te­ver­la­gin­gen in het ver­schiet zul­len insti­tu­ti­o­ne­le beleg­gers genoe­gen moe­ten nemen met staats­obli­ga­ties die een nega­tie­ve yield ople­ve­ren. Pen­si­oen­fond­sen heb­ben geen ande­re keu­ze, omdat ze vei­li­ge staats­obli­ga­ties nodig heb­ben om hun ver­plich­tin­gen af te dekken.

Actie­ve stra­te­gie­ën kun­nen een oplos­sing bie­den voor de beleg­ger. We den­ken daar­bij aan breed gesprei­de beleg­gings­fond­sen die een zeer bre­de diver­si­fi­ca­tie bie­den over aan­de­len en obli­ga­ties heen, maar ook grond­stof­fen zoals goud en olie. Ande­re inkom­sten­bron­nen dan obli­ga­tie­ren­tes komen nu meer en meer in de belang­stel­ling, , zoals divi­den­d­aan­de­len en gedi­ver­si­fi­eer­de vast­goed­be­leg­gin­gen en vestgoedbeleggingsfondsen.

Fac­tor 4: Hoge waar­de­rin­gen op de finan­ci­ë­le markten

Veel mark­ten ken­nen his­to­risch nu hoge waar­de­rings­ni­veaus, onder­stut door de jaren­lan­ge ver­rui­mings­po­li­tiek van de cen­tra­le ban­ken. Op de aan­de­len­mark­ten heb­ben de bedrijfs­win­sten deze oplo­pen­de waar­de­rin­gen tot nu toe goed onder­steund. Veel obli­ga­tie­mark­ten zijn door de lage ren­te­ni­veaus ver over­ge­waar­deerd. Tot daar op zich geen pro­bleem. Maar hoge waar­de­rin­gen zor­gen ook voor vola­tie­le mark­ten. De hui­di­ge beursom­ge­ving vraagt om sta­len zenu­wen gezien de toe­ne­men­de vola­ti­li­teit. Ver­koop daar­om niet te snel bij koers­da­lin­gen en zie cor­rec­ties eer­der als koopmomenten.

Fac­tor 5: Geo­po­li­tie­ke spanningen

In het ver­le­den had­den geo­po­li­tie­ke span­nin­gen wei­nig invloed op de ren­de­men­ten van de finan­ci­ë­le mark­ten. Tij­de­lijk inzin­kin­gen wer­den door­gaans snel weer goed­ge­maakt. Momen­teel is er een accu­mu­la­tie van geo­po­li­tie­ke span­ning. Denk maar aan de Brexit, plus de Ita­li­aan­se rege­rings­cri­sis, plus de gele hes­jes in Frank­rijk, plus de ruzie met Bra­zi­lië, plus de Ame­ri­kaan­se grens­cri­sis en de vluch­te­lin­gen­pro­ble­ma­tiek in het alge­meen. Het komt alle­maal samen.
Boven­dien zijn er struc­tu­re­le ver­an­de­rin­gen die op de samen­le­ving wegen: de digi­ta­le revo­lu­tie (ook dis­rup­tie genaamd), de ver­grij­zing van de bevol­king en de bin­nen­land­se poli­tie­ke verschuivingen.
Deze span­nin­gen kun­nen ver­der toe­ne­men of ver­min­de­ren. In alle geval­len zal er een reac­tie vol­gen op finan­ci­ë­le mark­ten. Japan­se aan­de­len en aan­de­len van opko­men­de lan­den heb­ben al sterk gele­den onder de han­dels­span­nin­gen tus­sen Chi­na en de VS.

Bepaal­de aan­de­len zou­den noch­tans posi­tief kun­nen rea­ge­ren op een afna­me van die span­nin­gen. Denk aan de ster­ke bin­nen­land­se con­sump­tie in Chi­na. Vele aan­de­len pro­fi­te­ren daar­van. Het­zelf­de geldt voor Euro­pe­se aan­de­len in de onze­ker­heid rond Brexit en Ita­lië. Ver­min­de­ring van deze span­nin­gen kan posi­tief uit­pak­ken, voor­al dan voor niet-cycli­sche Euro­pe­se aandelen.
Con­clu­sie: hou de vijf fac­to­ren in het koop en ver­koop niet te snel als de vola­ti­li­teit weer toeslaat.

Tags:
,