08 mrt Draghi spreekt donderdag
Zwakke economische groei, deflatie en een aversie van de financiële markten tegen negatieve rente. In die omgeving van negatief sentiment moet ECB-president Mario Draghi volgende donderdag de marktparticipanten toespreken. Hij moet moet een geloofwaardig verhaal brengen over hoe hij de deflatoire krachten wil tegengaan, die de economie kunnen fnuiken. Een overtuigend verhaal zal alleszins goed onthaald worden door de Europese aandelenmarkten.
Deflatie is een feit in Europa. In februari zijn de prijzen in de eurozone met 0,2% gedaald vergeleken met een jaar eerder. Dat er voor het eerst sinds september 2015 sprake is van een lichte deflatie komt grotendeels door de daling van de olieprijs. We kunnen hier spreken van ‘goedaardige’ deflatie. Maar ook de kerninflatie – inflatie exclusief voedsel en energieprijzen — is teruggezakt van 1% naar 0,7%. In Duitsland verhoogde de industriële output in januari nog met 3,3%. De verkopen van de Europese detailhandel zijn in januari harder zijn gestegen dan verwacht. Hoop doet leven maar globaal genomen trappelt de Europese economie ter plaatse. In de Verenigde Staten daarentegen, gaat het er heel anders aan toe.
Niet zo in de USA…
Aandelen en bedrijfsobligaties in de Verenigde Staten hebben vorige week het laatste restant van hun aanvankelijke jaarverlies weer goedgemaakt. De Amerikaanse industriële productie laat een herstel zien in januari, en de opmars van de dollar is gestopt. Ook de VS arbeidsmarkt blijft er goed bij liggen. In februari zijn er meer jobs bijgekomen dan verwacht, ondanks de negatieve groei van de lonengroei. Het voorspelbare gevolg is dat de VS-rente stijgt. Obligatierentes zitten op het hoogste niveau in een maand tijd, gestuwd door de aanzwellende inflatieverwachtingen. De beleggers houden nog steeds rekening met een renteverhoging , ergens later in het jaar.
Value stocks
Als de economie in de VS verder stabiliseert, worden Amerikaanse value stocks of waardeaandelen weer interessant. Deze aandelen doen het doorgaans beter in tijden dat de economische groei stabiliseert. Beleggen in value stocks betekent onder meer aandelen kopen van de financiële sector en van de energiesector, aandelen die flink hebben ingeboet in de afgelopen beursperiode. In termen van koers/winst verhouding zijn meerdere van die aandelen nooit zo goedkoop geweest dan vlak na het uiteenspatten van de technologie-bubble in 2001–2002.
Grondstoffen en goud
De winnaar onder de grondstoffen is goud, dat circa 20% in waarde is gestegen sinds begin 2016. De opmars van het edelmetaal wordt veroorzaakt door meerdere factoren. Doordat de reële rente — de obligatierente na aftrek van inflatie — daalt, wordt het weer interessanter om goud te kopen. De lage risicovergoeding op staatsobligaties drijft beleggers en speculanten weer naar goud. Het edelmetaal doet ook gedeeltelijk dienst als vluchthaven, maar het blijft een speculatieve belegging.
Ook andere grondstoffenprijzen zitten in de lift. Grondstoffen-exporterende economieën profiteren daarvan, zoals bijvoorbeeld Brazilië. De koperprijs ligt op het hoogste niveau sinds november vorig jaar, terwijl de olieprijs zijn verliezen van januari-februari heeft goedgemaakt. De olieprijs heeft zijn herstelbeweging voortgezet nadat het duidelijk werd dat de Amerikaanse productie daalt.
Samengevat kunnen we stellen dat de verschillende economieën in verschillende versnellingen draaien. Grondstoffen en grondstoffenaandelen hebben hun bodem gezien. De reële rente is zeer laag waardoor aandelen nog steeds een aantrekkingskracht vertonen in vergelijking met obligaties. Value stocks zijn zelden zo goedkoop geweest. (bronnen: Tijd, DFT)