19 jan Economische problemen zijn overzichtelijk
Het gevaar voor een wereldwijde crisis zoals in 2008 is op dit ogenblik niet aanwezig, meent de gezaghebbende Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal. De voornaamste reden volgens de krant is dat de problemen overzichtelijk zijn, en dus niet onoverkomelijk. De twee grootste problemen zijn de lage olieprijs en de situatie in China. Dit is echter niets in vergelijking met de situatie in het begin van 2008 toen beleggers de vele problematische financiële producten absoluut niet begrepen en er amper konden op reageren. Er was toen evenmin een duidelijk zicht op de relaties tussen vele problemen die bestonden in de financiële sector.
De financiële markten stonden in de eerste weken van 2016 onder druk. De Chinese beursindex doet het met een daling van 18% sinds begin 2016 bar slecht. De prijs van een vat olie is 20% lager dan in het begin van het jaar. Beide factoren zorgen voor onrust. Toch is de wereld, en op de eerste plaats de Verenigde Staten, beter in staat om dit soort schokken op te vangen. Dat heeft vooral met de schuldensituatie te maken. Een gemiddeld Amerikaans huishouden had in 2007 meer dan 130% aan schulden uitstaan in vergelijking met zijn jaarlijks inkomen. In de afgelopen jaren is dat schulden niveau afgebouwd tot ongeveer 103% van het jaarinkomen, merkt The Wall Street Journal op.
Bij de banken is eveneens veel verbetering te merken. Zij hebben de afgelopen jaren gebruikt om hun balans te verstevigen. In het eerste kwartaal van 2009 hadden banken gemiddeld 5,5% aan aandelenkapitaal uitstaan. Op dit ogenblik is dat reeds gemiddeld 12,5% van het balanstotaal. Mochten er opnieuw ernstige problemen ontstaan, dan kunnen de banken die veel beter het hoofd bieden dan in 2008. Dat betekent niet dat er geen zorgen meer zijn, zegt WSJ.
Goedkope olie is op zich niet het grootste probleem. De situatie in China is het meest zorgwekkend. Er bestaat een gevaar voor een harde landing van de China-economie. Een overdreven reactie van de Chinese regering vormt eveneens een gevaar. Als de Chinese overheid de geldkraan al te snel opendraait, kan dat voor onevenwichten leiden. Een ander probleem is de opgelopen overheidsschuld. Niet alleen in de Verenigde Staten is de overheidsschuld ernstig opgelopen ten opzichte van 2008. Dat fenomeen geldt ook voor Europa, Japan en China.
De banken zijn voorzichtiger geworden in het verstrekken van kredieten. Daar staat tegenover dat de hoeveelheid bedrijfsobligaties die geplaatst zijn in de afgelopen jaren is verviervoudigd. Dat zou voor problemen kunnen zorgen indien de rente weer oploopt. En mocht het misgaan, dan hebben centrale banken niet veel ruimte meer om de rente nog verder te verlagen. Voor de meeste centrale banken ligt de rente nu al rond de 0%. Toch zijn de banken beter geplaatst dan vroeger om schokken op te vangen. Conclusie van The Wall Street Journal: zorgen zijn er genoeg, maar het zijn overzichtelijke zorgen.
(bron: The Wall Street Journal, IEX.nl)