07 okt Come back van grondstoffen
Het herstel van de grondstoffen- en oliebedrijven zorgt voor nieuw optimisme onder de beleggers. De Brent olieprijs stond midden vorig jaar nog 125 $, zakte dit jaar tot 45 $ en staat nu weer rond 51,75 $. De olieprijs trekt weer aan en dat stuwt de oliegerelateerde bedrijven omhoog. Shell kreeg er 3,1 procent bij. Total won in Parijs 2,8 procent en in Londen won BP 3 procent. Ook de mijnbouwers deden het goed, zoals Anglo American (+11,4%). Eén van de betere klimmers vandaag was de staalproducent ArcelorMittal met + 8,1 procent, dankzij flink gestegen staalprijzen.
Ook de overnamecarousel verzekert ons van vers animo. De bierbrouwers stonden positief in de belangstelling na het overnamebod van AB InBev op SABMiller. In Londen steeg SABMiller 0,5 procent. Het moederbedrijf van Grolsch vindt het nieuwe overnamebod van AB InBev nog steeds te laag. De grootste bierbrouwer ter wereld schroefde zijn overnamebod op tot in totaal meer dan 92 miljard euro. SABMiller wees in de afgelopen weken al twee keer eerder een bod van AB InBev af. AB InBev won 0,9 procent in Brussel en branchegenoot Heineken daalde in Amsterdam 0,9 procent.
Het optimisme bij de grondstoffen staat in schril contrast met het IMF, dat zijn bezorgdheid over de groeilanden uit waar de verwachtingen naar beneden worden geschroefd. De wereldeconomie in haar geheel zou volgens het IMF nog maar met 3,1% groeien. China nog maar met 6,3%. Een vertragende groei met weinig inflatie denkt het IMF, dat zelfs vreest voor stagnatie. Maar ondertussen stijgen de grondstoffen toch maar weer. De grondstoffenprijzen zijn dan ook één van de meest voorlopende indicatoren die je je kan indenken.
Na een reeks koersstijgingen wordt Wall Street voorzichtiger. Afgelopen week lieten de macro-economische cijfers zien dat de economieën, zowel van de VS als van Europa over het algemeen toch goed bestand zijn tegen de recente Chinese tegenvallers. De verwachtingen voor de Amerikaanse economische groei werden bijgesteld: van 3,7% naar 3,9%. In de VS zagen we verder ook een stijging van het consumentenvertrouwen, van de huizenprijzen en van de particuliere bestedingen. De belangrijkste Amerikaanse cijfers van vorige week waren de maandelijkse werkgelegenheidscijfers, en die vielen tegen. Voor de Fed zijn dit cruciale cijfers om te bepalen of de rente dient te worden verhoogd. Het antwoord is: neen, de rente moet nog niet worden verhoogd, al blijft de VS economie het goed doen.
In Europa is zopas een verrassende stijging van het economisch sentiment opgemeten, door de Europese Commissie. Deze kwam uit op het hoogste niveau van de afgelopen vier jaar. Het belangrijkste Europese inflatiecijfer komt uit op min 0,1% (lichte deflatie dus). Niet verontrustend, maar dit geeft de Europese Centrale Bank (ECB) wel alle ruimte om zijn stimulerende beleid verder uit te breiden. We zitten dus in een fase van zwakke economische groei waarbij de beleidsrente laag wordt gehouden. Een goed klimaat voor aandelen, want er is nog steeds geen echt alternatief.